Bij overschrijding van de redelijke termijn voor behandeling van een zaak kan de belanghebbende vragen om vergoeding van immateriële schade. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2016 een normbedrag vastgesteld van € 500 per half jaar termijnoverschrijding.
De Rechtbank Noord Holland heeft in een procedure over een WOZ-beschikking de vergoeding voor immateriële schade beperkt tot een bedrag van € 50 per halfjaar. De WOZ-beschikking betrof een kinderdagverblijf. Voor de rechtbank was het geringe financiële belang van de procedure aanleiding om af te wijken van het normbedrag. In hoger beroep oordeelde Hof Amsterdam dat er in bijzondere gevallen ruimte is voor afwijkingen van het normbedrag. Het financiële belang bij de procedure bedroeg € 750 aan onroerendezaakbelasting. Het hof vond het feit dat dit bedrag lager is dan de gevraagde vergoeding van € 1.000 geen reden om af te wijken van het normbedrag. Volgens het hof impliceren forfaitaire bedragen een zekere bandbreedte, zodat de vergoeding voor geleden immateriële schade hoger kan zijn dan het financiële belang van een zaak.
Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS2024355, 23/633 | 15-01-2024
A wonderful serenity has taken possession of my entire soul, like these sweet mornings of spring which I enjoy with my whole heart. I am alone, and feel the charm of existence in this spot, which was created for the bliss of souls like mine. I am so happy.
my dear friend, so absorbed in the exquisite sense of mere tranquil existence, that I neglect my talents.
I feel that I never was a greater artist than now. When, while the lovely valley teems with vapour around me, and the meridian sun strikes the upper surface of the impenetrable foliage of my trees, and but a few stray gleams steal into the inner sanctuary.